SDS steunt advies Onderwijsraad met expertise Early Intervention

Stichting Downsyndroom (SDS) stemt van harte in met het advies dat de Onderwijsraad heeft uitgebracht over verbetering van de kinderopvang. Het advies aan staatssecretaris Dijksma van Onderwijs, Een rijk programma voor ieder kind, vraagt met name aandacht voor de leeftijdsgroep tot zes jaar. De SDS constateert dat het pleidooi voor een breed toegankelijke leeropvang voor alle twee- en driejarigen van vier dagdelen direct in het verlengde ligt van het concept Early Intervention zoals de SDS dat sedert haar oprichting in 1988 in Nederland heeft bepleit. Early Intervention is in opzet voor elk kind met een ontwikkelingsachterstand bedoeld. De SDS constateert echter ook dat in het huidige kabinetsbeleid de toegang tot en de beschikbaarheid van Early Intervention onder druk staan. Voor de uitbreiding naar een breed toegankelijke leeropvang voor elk jong kind is dan ook een drastische ommekeer noodzakelijk van de visie van het kabinet op de ontwikkkeling van jonge kinderen. Early Intervention is een systematische methodiek om de ontwikkeling van kinderen met een verstandelijke belemmering, een functiebeperking of een andersoortige ontwikkelingsachterstand zodanig te stimuleren, dat ze uiteindelijk zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren, zo mogelijk binnen de samenleving. Nog onlangs heeft de SDS in de discussie over de toekomst van de AWBZ opgemerkt dat het optimaal benutten van ontwikkelingsmogelijkheden grote kansen op besparingen in de zorg op langere termijn biedt. Voor kinderen met Downsyndroom geldt dat hun ontwikkeling kan worden gestimuleerd met Early Intervention, waarna de kans op een reguliere schoolcarrière niet alleen beduidend groter wordt, maar de mate van participatie aan het programma daar ook groter. Zoals het advies van de Onderwijsraad terecht aangeeft, zijn vooral de eerste levensjaren cruciaal voor de verdere ontwikkeling van kinderen. De Onderwijsraad spreekt in haar advies ook duidelijk over kinderen die belang hebben bij aanvullende, gerichte educatie. De criteria die in het advies zijn geformuleerd – kortweg zorg voor een stabiele basis, stimulatie van eigen verantwoordelijkheid en een brede ontwikkeling - gelden volgens de SDS dan ook onverminderd voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand. Voor gerichte aanvullende educatie is daarbij het goed functioneren van lokale indicatie-commissies essentieel. De SDS is van mening dat nu bij de indicatie voor Early Intervention nog teveel kinderen buiten de boot vallen. De lokale invulling die de Onderwijsraad noemt als voorwaarde, kan volgens de SDS dan ook alleen goed werken als er genoeg faciliteiten worden gewaarborgd en meer aandacht wordt geschonken aan de specifieke opleiding voor onderwijs aan en opvang van het jonge kind. Het pleidooi hiervoor van de Onderwijsraad steunt de SDS dan ook van harte. Gezien de brede ervaring van de SDS met Early Intervention en de ambities die de Onderwijsraad in haar advies aan de staatssecretaris kenbaar heeft gemaakt, wil de SDS haar expertise graag delen met de beleidsmakers. Het belang van de primaire doelgroep van de SDS in deze - kinderen met Downsyndroom - , het belang van alle kinderen met een ontwikkelingsachterstand en zelfs het belang van elk jong kind in Nederland kan hiermee gebaat zijn.